Het gras van de buren












Het gras van de buren…..

Het wordt langzamerhand weer lente! Voorzichtig nog weliswaar, de ene dag is de andere niet. Ik laat me steeds op het verkeerde been zetten: ga ik met de hond wandelen zonder jas, blijkt het toch nét te fris en mét jas valt het reuze mee. Zoiets heb ik ook met paraplu’s, trouwens. Ik geef altijd het weer de schuld, maar van binnen weet ik natuurlijk wel dat het mijn eigen voorkeur is: ik wíl gewoon dat het lekker weer is: kom maar op met die zon!
Het is ook de tijd dat er weer gewerkt moet worden in de tuin. Het onkruid moet gewied worden, de winterbladeren opgeruimd en het gras begint al aardig te groeien. Bij ons gaan de tuindeuren weer vaker open, we kunnen af en toe zelfs al thee of koffie in de tuin drinken.

Zo zat ik onlangs heerlijk in het voorjaarszonnetje in de tuin een boek te lezen, genietend van de warmte, het geluid van de vogels en de rust om me heen. Maar opeens, in één ogenblik was dat voorbij! De buurman van 2 huizen verder ging zijn gras maaien met de elektrische maaier, zo een met een hoog snerpend geluid, dat je door de ziel snijdt. Verstoord kijk ik op van mijn boek, een beetje chagrijnig eigenlijk en dan gaan er allerlei gedachten spelen bij me: Moet dat nu? Precies als ik net even lekker rustig zit. Moet dat postzegeltje gras nu echt met zo’n elektrische maaier?
Nou heb ik een keuze: ik kan hierin blijven hangen, in mijn verongelijktheid, maar daar ga ik uiteindelijk niet gelukkig van worden. Dus ik gooi het over een andere boeg. Ik besluit gewoon verder te lezen en me niet te laten verstoren door het lawaai: als ik me daar maar op concentreer, lukt dat wel. En jawel, als ik zo een tijdje verder lees, merk ik dat ik die maaier eigenlijk niet meer hoor; ik kan dat geluid kennelijk ‘blokken’. Opgewekt lees ik verder: ‘ik heb er gewoon geen last meer van!’.

Maar dan komt het moment dat de buurman zijn maaier uitzet. Zonder dat ik erg in heb, slaak ik een diepe zucht, mijn schouders zakken voor mijn gevoel wel 10 centimeter en ik zak achterover in mijn stoel. En in mijn oren hoor ik een ‘oorverdovende stilte’, ik kan het niet anders omschrijven: het geluid is al lang weggestorven, maar de stilte lijkt het lawaai van daarvóór alleen maar te accentueren.

Wat is hier gebeurd?
Er gebeurt eigenlijk iets op 2 nivo’s. Ik heb het geluid geblokt: dat doe ik op mentaal nivo met wilskracht, met mijn hoofd, mijn hersenen en dat kan dus kennelijk. Maar in mijn lijf lijkt dat niet te lukken: op allerlei plekken bouw ik spanning op, zonder dat ik het merk. Ogenschijnlijk zit ik ongestoord te lezen, alles onder controle op mentaal nivo, maar mijn lijf weet wel beter. Ik hoor het lawaai niet meer, maar mijn lijf heeft er wel degelijk last van! En dat is een verschijnsel dat ons veel vaker overkomt. In allerlei situaties die we als stressvol of onprettig ervaren, bouwen we -vaak ongemerkt- spanning op in ons lijf. In de file, in de rij voor de kassa, als mensen té dichtbij komen, als we het erg druk hebben op het werk, als de kinderen lopen te gillen, verzin ze maar. En het gekke is: het opbouwen van die spanning merken we haast niet, maar als de druk wegvalt, als de rust weerkeert, merken we de verlichting vaak weer wel. Volgens mij is er geen naam voor dit haptonomische verschijnsel: ik noem het sindsdien het ‘grasmaaier-effect’ en als ik dat even uitleg, begrijpt iedereen wel wat ik bedoel. Ik moet het alleen nog even aan de buren vertellen. . . . . .

Dick Stoeltie
April 2012